Jarenlang waakte de leeuw op de motorkap over deze auto die, weggestopt in een schuur, stof vergaarde. Alsof het een goede fles Franse wijn betrof, durfde lange tijd niemand het eraf te poetsen. En eerlijk is eerlijk, deze Peugeot 203 Commerciale kan de patina goed hebben. ‘Joie de vivre’ in optima forma.

Als ik bel, krijg ik monteur Jeroen aan de telefoon. “Hoe ben je bij ons terecht gekomen?” klinkt het bijna bescheiden. En dat terwijl er een paar dagen later tijdens mijn bezoek regelmatig autojournaille binnen komt stappen voor een reportage óf een artikel over een van de auto’s ter sprake komt. Dat is niet zo gek, want bij Passion 4 Classics in Bussum staan de meest uiteenlopende klassiekers en youngtimers te wachten op een nieuwe eigenaar. Je vindt er werkelijk voor ieder wat wils. Van zeer betaalbaar tot de duurdere prijsklasse, van restauratieobject tot nieuwstaat en van origineel tot volledig gepersonaliseerd.

Een betaalbaar restauratieobject

Ik kom voor een betaalbaar restauratieobject in de vorm van een Peugeot 203 Commerciale. Een collega van Jeroen, Cees, wacht me in de showroom op. Zijn affiniteit met media in combinatie met zijn passie voor auto’s staat garant voor een goed gesprek over het bedrijf en de auto’s die Passion 4 Classics momenteel op voorraad heeft. Met Cees en Jeroen praat je trouwens niet, je voert een conversatie. De Gooische tongval met hier en daar een Franstalige toevoeging typeren mijn bezoek. “Niet alleen voor klassiekers, maar ook voor youngtimers zoeken we nieuwe eigenaren. Met name rijk uitgeruste exemplaren zijn in trek wegens de gunstige fiscale regelingen. Persoonlijk heb ik niet zo veel met moderne auto’s. Die moeten hip zijn en de trend volgen. Bovendien worden moderne spullen naar mijn idee te veel langs de economische lat gelegd. Mensen geven niet meer zo veel om vroeger. Als het niets oplevert, dan is het blijkbaar waardeloos. Hetzelfde geldt voor kunst. In de achttiende en negentiende eeuw kon men schoonheid veel meer waarderen. Dat is nu voor de elite. Om diezelfde reden vind je dus leuke, karaktervolle auto’s voor een schijtprijs – excusez-moi. Auto’s als deze ‘Le deux cent trois’ zouden veel meer waard moeten zijn.” Cees leidt me ondertussen langs allerlei begerenswaardige automobielen in diverse loodsen en panden van het bedrijf tot we in de ruimte staan waar de Peugeot 203 Commerciale staat.

Dans son jus

Doordat er een aantal onderdelen zijn gedemonteerd, zoals de grill en de koplampen, ziet de wagen er wat troosteloos uit. Dichterbij bekeken valt echter op dat de Franse auto in de basis nog behoorlijk hard is en zeer geschikt om nog te restaureren. Ooit moet al eens iemand een begin gemaakt hebben daarmee. Cees weet er het fijne niet van, maar legt uit: “Zoals bij veel projecten strandde de restauratie van deze Peugeot 203 in een vroeg stadium. Vaak heeft dat te maken met dat de liefhebber kinderen krijgt, geen geld meer heeft of ziek wordt. Je kent het wel. Wij namen de auto samen met de 403 die buiten staat op in onze collectie. Hoe lang die toen al precies in Nederland stond, weet ik niet. Afgaande op de stickers op de voorruit reed de auto tot 1985 nog rond in Frankrijk. Ik vermoed dat de auto in ieder geval al heel lang geleden een schuur in reed, want anders zou die nooit zo goed geconserveerd zijn gebleven. De auto is ‘dans son jus’ [red: in originele staat]” Omdat de ‘carte grise’ nog bij de auto zit, kan de nieuwe eigenaar de auto na restauratie eenvoudig officieel invoeren. Afhankelijk van wat de koper er mee wil, dient hij of zij de mouwen wel flink op te stropen.

Nog charmanter

Een totale body-off restauratie behoort uiteraard tot de mogelijkheden. Dan wegen de kosten echter bij lange na niet op tegen de waarde na restauratie. Cees denkt hardop mee en vindt dat de investering met name gestoken moet worden in een technische opknapbeurt om dan de auto verder alleen waar nodig op te knappen, zoals het inlassen van nieuwe bodemplaatdelen. Die visie over het opknappen van klassieke auto’s hoor ik de laatste tijd vaker, maar het klinkt uit de mond van Cees wat onverwacht na zijn eerdere pleidooi over nieuwe auto’s. “De auto vertelt een verhaal,” filosofeert Cees: “Je moet je eens indenken hoeveel generaties de auto heeft meegemaakt. Het betreft een product uit de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Wat zou die allemaal hebben gezien? Alles!” Ik mijmer een beetje met Cees mee en ontdek dat het de auto nog charmanter maakt. Qua plaatwerk zou het prima gaan. Daar zit nauwelijks roest op. Alleen de lak is wel heel erg dof. In de bodem zit dus wel wat laswerk, maar het chassis oogt – op wat oppervlakkige roest na – prima.

Rijdend reclameobject

De monteurs van Passion 4 Classics kregen volgens Cees en Jeroen de motor al aan het lopen. Het opknappen van de auto komt daarmee meteen al meer binnen handbereik. Een technisch opgeknapte auto met zes decennia lang aan patina biedt tevens mogelijkheden voor ondernemers om de auto in te zetten als rijdend reclameobject, zeker in deze uitvoering als Commerciale. In de auto liggen zo goed als alle onderdelen opgeslagen in dozen. Cees zegt eerlijk dat het geen garantie is dat alles erbij zit, maar het heeft er wel alle schijn van. Behalve de te reviseren techniek, moet er binnenin wel heel veel gebeuren. Het valt op dat het lange hemeltje nergens echt doorhangt, maar wel wat gaten vertoont. Net als de bekleding en de stoelvulling vergaat dat nu eenmaal na al die jaren. Ik vraag me af wat een bekleder nog zou weten te redden van de oude materialen. Ik vrees dat dat de grootste kostenpost op de begroting wordt.

Doorleefde look

Kortom, deze Peugeot 203 Commerciale betreft een opknapper waar je diverse kanten mee uit kan. Ga je voor nieuwstaat, reken dan op een veelvoud aan kosten dan de uiteindelijke handelswaarde. Houd je van zichtbare ‘histoire’, oftewel de doorleefde look, pak dan de bodem en de techniek grondig aan en neem hooguit een poetsmachine ter hand. Maar wat je voorkeur ook heeft, de auto verdient een eigenaar die het meeste van het opknapwerk zelf kan en wil doen. Het voegt niet alleen een extra hoofdstuk toe aan het verhaal dat de auto vertelt, het zal je ongetwijfeld ‘joie de vivre’ geven.

Oordeel van de specialist

Binnen de gelederen van Klassiek & Techniek hebben we onze eigen specialist op het gebied van klassieke Peugeots, namelijk Wim Noorman. Hij geeft zijn visie op de Peugeot 203 Commerciale: “Het zijn heel leuke auto’s. Vooroorlogser krijg je het in de jaren vijftig niet met die suicide doors en gewelfde spatborden. De Commerciale betreft een wat sobere uitvoering van de 203. Een volledige restauratie van zo’n auto kan financieel niet uit. Voor zo’n € 6.500,- kan je al in een knappe 203 rijden. Een eerste type Berline kan nog wel eens richting de € 13.000,- gaan. Veel meer krijg je er meestal niet voor. Alleen de Peugeot 203 Coupé en Cabrio leveren hogere bedragen op. Mogelijk is zo’n Commerciale zelfs nog iets minder geliefd. Als de plaatwerk delen inderdaad nog goed zijn, dan ben ik het er zonder meer mee eens dat de auto vooral technisch gereviseerd wordt. Ik vind bijna niets lelijker dan wanneer zo’n auto strak gespoten is. Maar bedenk wel dat patina mooi is, maar verwaarlozing niet. Het scheelt ook aanzienlijk in de kosten van het opknappen. Ik vind het moeilijk om er een getal aan te koppelen, maar doe je veel zelf dan kan je voor € 2.500,- al een eind komen in het opknappen. Onderdelen zijn namelijk niet duur en goed verkrijgbaar.”

Onderdelenvoorziening

De onderdelenvoorziening van de Peugeot 203 is nog goed op orde. Plaatwerk wordt volgens Wim Noorman wel moeilijker, maar via de actieve club ‘Association Peugeot Hollande’ kan je nog veel krijgen. De club heeft in Lelystad een groot magazijn. Bovendien kan je op de Franse website van Neo Retro terecht voor de meeste onderdelen, zowel origineel als nagemaakt. Dat het plaatwerk er nog zo goed uit ziet op deze Peugeot kan volgens Wim ook komen omdat het staal toen nog van heel goede kwaliteit was en dikker dan tegenwoordig. De bodem (voor en achter) en de dorpels betreffen wel zwakke plekken, zoals ook duidelijk zichtbaar is bij dit exemplaar. De motor zou zeer betrouwbaar zijn. “De motor met drievoudig gelagerde krukas is weliswaar heel sterk, maar er zit niet veel puf in. Een tocht naar Zuid Frankrijk kan prima, maar je moet wel een hoop tijd hebben,” verduidelijkt Wim. Wim noemt ook de bijzondere accu: “Die bestaat uit twee delen die samen een accu van 12 volt vormen. Via de club kan je daar nog wel aan komen en anders mogelijk bij een specialist.” Voor het interieur ben je hoogstwaarschijnlijk wel aangewezen op een bekleder. Je moet wel heel veel moeite doen, en geluk hebben, om goede bekleding te vinden. Gelukkig gaat het er van binnen redelijk recht toe recht aan aan toe, dus de hoofdprijs kost het niet.

De nieuwe eigenaar

Vlak na mijn bezoek aan Passion 4 Classics kocht Henny Loo de Peugeot 203 Commerciale. Henny bestiert sinds maart 2018 HLoo Restauratie Oldtimer en Metaal. Hij doet zijn plannen met de auto uit de doeken. Die lijken naadloos aan te sluiten op de conclusie van Passion 4 Classics en De Autodokter: “Ik heb sinds kort mijn baan opgezegd om van mijn hobby mijn werk te maken. Ik restaureer auto’s op locatie. Daarvoor zocht ik een passende auto om mijn gereedschap en materiaal naar de klant te kunnen vervoeren en tegelijk een rijdend reclameobject te hebben. In eerste instantie keek ik voor een ruime Amerikaan, maar dan heb je al snel dat je in een bepaalde hoek wordt gedrukt. Dat heb je met zo’n 203 Commerciale veel minder. Ik kende het model voorheen nog niet, maar hij heeft precies dat cachet welke ik wilde. Omdat ik er dus mee naar mijn klanten ga, is het bijkomende voordeel van een 203 de betrouwbaarheid en dat onderdelen nog goed te krijgen zijn voor prijzen die erg meevallen. Ik ga de auto technisch helemaal in orde maken. Dat doe ik uiteraard zelf. Het uiterlijk laat ik zo veel mogelijk hetzelfde. Omdat iemand al eens op het linker voorspatbord begon met polijsten, denk ik er wel over na om de polijstmachine toch ook maar over de rest van het plaatwerk te halen. Jammer, want anders had ik liever de doffe lak behouden.”